Vochtproblemen in de winter: de stille energievreter

Iedereen kent het wel: beslagen ramen, vochtige muren of die muffe geur die vooral op koude dagen ontstaat. Condens lijkt onschuldig, maar het is een teken dat er iets niet goed gaat in de balans tussen verwarmen en ventileren.
En die onbalans kost niet alleen comfort, maar ook energie.

Hoe ontstaat condens?

Wanneer warme lucht afkoelt tegen een koud oppervlak, zoals een raam of muur, slaat het vocht neer. In woningen gebeurt dat vooral in de badkamer, keuken of slaapkamer. In bedrijfsruimtes vaak bij slecht geïsoleerde gevels of machines die warmte afgeven.
Vocht in de lucht dat niet wordt afgevoerd, zorgt voor schimmel, aantasting van muren en zelfs gezondheidsklachten.

Waarom het ook een energieprobleem is

Vochtige lucht voelt kouder aan. Daardoor gaat de verwarming automatisch hoger, terwijl het probleem juist verergert.
Droge, goed geventileerde lucht warmt sneller op. Een stabiel binnenklimaat is dus niet alleen gezonder, maar ook zuiniger.

Wat kun je doen?

• Zorg voor constante ventilatie, ook bij lage buitentemperaturen.

• Houd de luchtvochtigheid in de gaten (ideaal is tussen 40 en 60 procent).

• Verwarm elke ruimte licht, ook als die niet intensief gebruikt wordt.

• Controleer of ventilatiekanalen vrij zijn van stof of schimmel.

• Laat regelmatig onderhoud uitvoeren aan je verwarmings- en ventilatiesysteem.

Voor bedrijven loont het om het klimaat in werkruimtes te laten meten. Een kleine aanpassing in luchtstroom of temperatuurregeling kan het verschil maken tussen vochtproblemen en een prettig werkklimaat.